Om
dat
te
bereiken
schept
Vredegoor
een
atmosfeer
die
voortdurend
ambivalent
blijft.
Hij
zet
zware
ronde
lijnen
tegenover
strakke
rechte,
combineert
kleuren
die
elkaar
schijnbaar
tegenspreken
en
gebruikt
diverse
technieken,
waardoor
het
onmogelijk
wordt
het
werk
in
het
hokje
schilderij,
ets
of
collage
onder
te
brengen.
Vaak
is
er
de
suggestie
van
herkenbaarheid;
even
denkt
de
kijker
iets
vertrouwds
te
zien,
om
het
volgende
moment
het
spoor
weer
bijster
te
raken.
Chaos
blijkt
tegenover
controle
op
te
treden,
verftoetsen
contrasteren
met
krijtstrepen
en
zo
wordt
de
kijker
al
snel
in
de
positie
gemanoeuvreerd
van
een
koorddanser,
die
moet
trachten
zijn
evenwicht
te
bewaren
tussen
hemel
en
aarde,
lucht
en
steen,
en
moet
kiezen
uit
verschillende
interpretaties
van
wat
hij
ziet.
Opmerkelijk
is
dat
ook
het
kunstwerk
zelf
tweeslachtig
wordt
en,
lijkt
het,
zelf
moet
bepalen
wat
nu
precies
zijn
positie
in
de
wereld
zal
zijn.
Om
dit
werk
te
kunnen
maken
heeft
Vredegoor
eigenlijk
alleen
maar
rust
nodig.
Hij
trekt
zich
terug
in
zijn
atelier
in
Arnhem
of
in
de
Auvergne,
en
volgt
zijn
ingevingen.
Een
echte
atelierschilder
dus,
maar
wel
een
die
werkt
volgens
geheel
eigen
wetten;
de
ene
keer
haalt
hij
de
lijmkam
door
de
verf,
de
andere
keer
brengt
hij
de
lijn
op
het
doek
aan
door
een
uitgeknipte
papieren strook op te plakken. (……)
Hans Vredegoor betitelt zijn werken wel als landschappen van de geest. Daarmee is dan
meteen het beslissende element in zijn werk genoemd, want om een simpele passieve
waarneming gaat het hier al lang niet meer. Nee, de toeschouwer wordt aan het werk gezet,
en de beslissingen die Vredegoor hem dwingt te nemen zijn bepalend voor het soort
schilderij dat uiteindelijk opdoemt.
Tussen toeval en contrôle
uit Kunstbeeld, ter gelegenheid van de expositie bij Galerie Delfi Form in Zwolle, 2002